01 December 2013

De schrale man langs de kant


Soms baad ik in weelde van taal
Jan Eijkelboom signeert  zijn bundel
'De gouden Man'
in Boekhandel J. van den Bos
op 13 november 1982
en speel wat, zelfs met verdriet.
De schrale man langs de kant
vervloekt dat, spreekt van zelfbehagen.

Hij hoort niet, ziet niet, voelt ook niet
hoe goed zo'n bad kon zijn
na alle zwarte plagen waarmee
een norse god mij lang geteisterd had.

En trouwens, man, ook jij
doopt soms een teen in 't nat,
brengt daar verslag van uit in dorre verzen
eer je de klok weer prikt bij 't handelsblad.

Jan Eijkelboom 
(1926-2008)

Dit gedicht, werd getypt  door  Jan Eijkelboom 
op een A4 vel, n.a.v. een kritiek 
op zijn bundel 'De Gouden Man' 
en gesigneerd met de opdracht: 
''Voor Hans van den Bos''  -  Jan Eijk.


Eeuwige thuisreis - Ben Ros

Ben Ros [1952-1994]
in de heuvels
van Connamara - 1992
(foto: Hans van den Bos)
Oneindig laagland schiet voorbij
als een versneld gedicht.
De intercity-trein naar H.
vervult meedogenloos z'n plicht.

Tot ver voorbij de laatste stad,
de laatste link naar zee.
Waar hoeves zwijgen aan de bosrand,
gelatenheid heerst onder 't vee.

En steeds opnieuw in zomers zand
en schaduw van gedegen woud,
leiden de voetstappen naar waar
het volk van trots en schaamte knauwt.

Vervoerd zit ik en zuip en weet
mijn land waar eens ik dronk,
met wie mijn vrienden waren,
de tijdvergeten uren rond.


Ross Castle in Killarney - 1992
(foto: Hans van den Bos)


Dit gedicht werd eerder gepubliceerd 
in het literaire tijdschrift
'Van Overheidswege'
1e jaargang nr. 4 voorjaar 1983